VUB analyseert data over kleuteronderwijs in kader van internationaal TALIS 2024 Starting Strong-onderzoek
De Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft, onder leiding van prof. dr. Filip Van Droogenbroeck en collega’s, de analyses uitgevoerd over het Vlaamse kleuteronderwijs als onderdeel van TALIS 2024 Starting Strong. In 2024 nam Vlaanderen voor de eerste keer deel aan dit internationaal onderzoek over personeel in de kinderopvang en het kleuteronderwijs op initiatief van de OESO. Het rapport beschrijft de werkomstandigheden van leraren en schoolleiders in Vlaanderen en vergelijkt ze met collega’s in een aantal Europese landen.
Relatief hooggeschoolde leraren
Het personeel in Vlaamse kleuterscholen is hoogopgeleid. Ongeveer 90% van de kleuteronderwijzers heeft minstens een bachelordiploma, tegenover 60% in de vergelijkingslanden. De Vlaamse kleuteronderwijzer neemt - meer dan in andere landen - zowat alle taken zelf op en maakt slechts in beperkte mate gebruik van profielen zoals kinderverzorgers, leerondersteuners en stagiairs.
Vlaamse leraren voelen zich goed voorbereid door hun opleiding. Dat is minder het geval op het vlak van digitale vaardigheden en diversiteit. Dat laatste is opvallend, want volgens schoolleiders is de leerlingenpopulatie in Vlaanderen erg divers.
Langere werkweek, minder contact met kleuters
In voltijdse opdrachten presteren Vlaamse leraren in het kleuteronderwijs opvallend meer uren per week (35,1 uur) dan hun Europese collega’s (32,9 uur). Daarnaast hebben ze minder contacturen met hun leerlingen (26,4 uur) dan hun Europese collega’s (30,0 uur). Een vierde van hun werktijd gaat naar planning, voorbereiding, overleg en administratieve taken. Wie deeltijds werkt, besteedt in verhouding meer tijd aan bijkomende taken, zoals administratie en leerlingenopvolging.
Opleiding schoolleiders
De meeste Vlaamse schoolleiders in het kleuteronderwijs hebben vaker een bachelordiploma dan een masterdiploma of doctoraat in vergelijking met hun internationale collega’s en gemiddeld minder ervaring dan hun Europese collega’s.
De genderkloof tussen leraren en schoolleiders is in Vlaanderen ook meer uitgesproken dan in andere landen: er zijn relatief meer mannelijke schoolleiders dan leraren. Schoolleiders maken zich zorgen over de onderwijskwaliteit door het tekort aan voldoende en goed gekwalificeerd personeel en minder over materiële zaken zoals gebrek aan binnenruimtes of een tekort aan financiële middelen.
Grote klassen, minder ondersteunend personeel
Klassen in het Vlaamse kleuteronderwijs zijn gemiddeld groter dan in de vergelijkingslanden. Leraren kunnen op minder ondersteunend personeel terugvallen.
Leraren willen niet zozeer een hoger loon, maar vooral kleinere klassen, betere en ruimere infrastructuur, extra materiaal en meer ondersteuning voor kinderen.
Hoge jobtevredenheid, minder maatschappelijke waardering
Leraren en schoolleiders ervaren een hoge jobtevredenheid en zijn overwegend tevreden over hun loon. Slechts 4 op de 10 kleuteronderwijzers denken dat ze door de maatschappij worden gewaardeerd. Dit resultaat ligt hoger dan in het lager en secundair onderwijs in Vlaanderen en ook hoger dan bij hun Europese collega’s, maar blijft uiteindelijk laag.
Het onderzoek werd uitgevoerd door het TALIS-team van de VUB, bestaande uit: Prof. dr. Filip Van Droogenbroeck (promotor – woordvoerder), Prof. dr. Jerich Faddar, Prof. dr. Jessy Siongers, Prof. dr. Bram Spruyt, Prof. dr. Valérie Thomas en Prof. dr. Dimokritos Kavadias (co-promotoren), Petrus Te Braak (postdoctoraal onderzoeker), Robin Simon en Kylian Almey (onderzoekers).
Meer informatie:
- Filip Van Droogenbroeck
Telefoonnummer via de VUB-persdienst
Filip.Van.Droogenbroeck@vub.be - Raadpleeg het rapport hier: https://www.vlaanderen.be/onderwijsprofessionals/nieuwsberichten/talis-2024-starting-strong