Kleine zelfstandige scoort het slechtst op welbevinden
VUB-onderzoek brengt mentaal welzijn van zelfstandigen in kaart
Hoewel zelfstandigen doorgaans de reputatie hebben om fit, dynamisch en ondernemend te zijn, is het mentaal welzijn bij bovenstaande groep van zelfstandigen gemiddeld het slechtst van alle werkenden. Dat staat in schril contrast met andere groepen van zelfstandigen – o.a. stabiele zelfstandigen zonder personeel, zoals bijvoorbeeld freelancers met een gewild vaardighedenpakket of eigenaars van middel- tot grote ondernemingen - die bijzonder goed scoren op het vlak van mentaal welzijn. Het doctoraatsonderzoek van Gevaert suggereert dat bij zelfstandigen arbeidskwaliteit een belangrijke verklarende rol speelt voor verschillen in mentaal welzijn.
Grote verscheidenheid in zelfstandig zijn
Het onderzoek toont een grote verscheidenheid aan onder de zelfstandige beroepsbevolking.
Gevaert: “Sinds de jaren ‘80 heeft een enorme omwenteling plaatsgevonden. Niet alleen het aantal zelfstandigen is veranderd, maar ook de interne samenstelling van die groep heeft een heel nieuw gezicht gekregen”. Daarmee wijzen Gevaert en haar collega’s vooral op het bestaan van een ‘traditioneel’ en een ‘hedendaags’ soort zelfstandige. Waar die eerste voornamelijk wijst op zelfstandigen met een beperkt tot groot personeelsbestand in sectoren zoals kleinhandel, landbouw en industrie, wijst die tweede groep vooral op zelfstandigen zonder personeel in sectoren die historisch gezien niet met zelfstandigheid geassocieerd werden zoals bijvoorbeeld de dienstensector.
Precaire zelfstandigen vindt men in alle lagen
Binnen deze groepen van zelfstandigen valt ook de grote verscheidenheid in werkomstandigheden op. Bij een aanzienlijke groep van Europese zelfstandigen ziet men een accumulatie van socio-economische kwetsbaarheid en ongunstige werkomstandigheden: o.a. precariteit door onzekerheid en lage inkomsten, lage beslissingsautoriteit, maar ook fysiek zwaar werk, en een gebrek aan sociale ondersteuning. Bovendien lijken verschillende nadelige werkomstandigheden vaak samen te vallen in bepaalde groepen.
Gevaert: “Opvallend is vooral dat die accumulatie van kwetsbare werkomstandigheden zich niet alleen voltrekt bij nieuwe vormen van zelfstandigheid, maar dat ook traditionele zelfstandigen in bijvoorbeeld de landbouw of in de kleinhandel kampen met precair werk. Toch stelden we daar ook een belangrijk verschil vast. Waar dat de eerste groep vaak kampt met financiële onzekerheid, kampt de laatste groep vooral met werkintensiteit” Voor de groepen die nadelige werkomstandigheden cumuleren vinden de onderzoekers een sterke relatie met verminderd mentaal welzijn.
Kwaliteitsvol ondernemerschap
Gevaert: “Wat we vooral uit dit onderzoek kunnen leren, is dat om slecht mentaal welzijn bij bepaalde groepen van zelfstandigen aan te pakken, hun arbeidsvoorwaarden én hun intrinsieke arbeidsomstandigheden moet verbeterd worden. Veel meer dan ‘duwen in de richting van ondernemerschap’ moet er ingezet wordt op het creëren van voorwaarden voor kwaliteitsvol en duurzaam ondernemerschap. De overheid kan hierbij een belangrijke rol spelen.”
Specifiek pleit het onderzoek dan ook voor het investeren in betaalbare en laagdrempelige opleidingen voor zelfstandigen en in het opzetten van samenwerkingsnetwerken. Ook het heroverwegen van beleid rond arbeidsmarktactivering door zelfstandigheid aan te moedigen bij werklozen, en het verbeteren van sociale en inkomensbescherming worden door de onderzoekers als van cruciaal belang beschouwd om het mentale welzijn van zelfstandigen te waarborgen.
Het onderzoek
Gebaseerd op cijfers van de Europese enquête naar arbeidsomstandigheden van 2015 onderzocht Jessie Gevaert, van de VUB-onderzoeksgroep Interface Demography onder leiding van promotor prof. Christophe Vanroelen, de mentale gezondheid en werkomstandigheden van zelfstandigen in België en andere Europese landen, in vergelijking met werknemers. De studie is gebaseerd op een bevraging bij 30.000 werkenden, waarvan 5.000 zelfstandigen.
Gevaert construeerde verschillende indicatoren om de arbeidskwaliteit van zelfstandigen te meten. Een praktijk die al meerdere malen werd toegepast bij werknemers, maar tot op heden niet bij zelfstandigen. De onderzoekers hanteerden daarbij verschillende criteria om variatie bij zelfstandigen op te sporen: o.a. de grootte van de zelfstandige onderneming, de mate waarin men cliënteel kan opbouwen, of men voldoende inkomen kan verwerven en of financieel zeker is in geval van ziekte, het aantal dagen dat men werkt per week, of men de mogelijkheid heeft om extra vaardigheden te ontwikkelen. Verder ook de reden dat men zelfstandige is geworden, alsook de mate van beslissingsvrijheid die de zelfstandige heeft in het aanwerven van personeel, het maken van belangrijke beslissingen, diens inkomen te alloceren en vrije tijd te nemen, werden meegenomen in het onderzoek.
Contactpersoon:
Jessie Gevaert, Interface Demography
0476.01.90.05
Jessie Gevaert verdedigt haar doctoraat in de Sociologie publiek op dinsdag 20 september 2022 om 14.00 uur op de Main Campus van de Vrije Universiteit Brussel, Gebouw D, Zaal D.2.01.