VUB-onderzoek vergelijkt voor het eerst kijk van Vlaamse en Chinese onderzoekers op wetenschapsfraude
Chinese wetenschappers wijzen naar individu, Vlamingen naar werkdruk aan universiteit en onmogelijke publicatie van negatieve resultaten
De studie, gesponsord door de Chinese Scholarship Council, toont aan dat onderzoekers anders praten over wetenschappelijk wangedrag. En zo blijkt: ondanks het feit dat zowel Vlaamse als Chinese wetenschappers onheuse wetenschap afkeuren, nemen de Chinese collega’s een mildere houding aan. Chinese wetenschappers spreken in de context van wetenschapsfraude ook vaker over plagiaat dan over vervalsing en het fabriceren van onderzoeksresultaten. In Vlaanderen is dat net omgekeerd.
Verder blijkt dat als er sprake is van laakbaar onderzoekgedrag, de Chinese respondenten de vinger uitsteken naar het individu. Hun Vlaamse collega’s wijzen naar de werkdruk aan de universiteiten en het feit dat je met negatieve resultaten niet naar buiten kan komen. Ook in de aanpak van de problemen zijn er verschillen: de Chinese onderzoekers zien heil in het verhogen van de pakkans, straffen en een wijziging van het individuele evaluatiesysteem, naast een verbetering van de persoonlijk moraliteit, terwijl de Vlamingen een aanpassing van het financierings- en publicatiesysteem wensen, alsook de manier van samenwerken.
Verschillen in filosofie en instituten
Dan Li wijst ook filosofische verschillen aan tussen de twee groepen: “Chinezen zoeken innerlijk naar verklaringen, Vlamingen uitwendig. Cultuur heeft zeker een invloed op wetenschappelijk gedrag, maar het ligt niet aan de oorsprong van wangedrag. Zo moeten Chinese studenten, in tegenstelling tot hun Vlaamse collega’s, reeds een aantal publicaties hebben om te kunnen afstuderen. Er zijn bovendien verschillen in aanpak tussen de instituten.”
Haar onderzoek naar de onderzoekreglementen van 22 Europese en 21 Chinese universiteiten toont aan dat er discrepanties bestaan tussen de Europese instituten onderling, terwijl in China het onderscheid kan gemaakt worden tussen universiteiten die de voorschriften van het Ministerie van Onderwijs volkomen volgen en zij die ze helemaal niet volgen en dus zelf een beleid uitstippelen.
“In alle beleidsdocumenten wordt er gesproken van laakbaar gedrag in termen van ‘gegevens bedenken, vervalsing en plagiaat’, maar er is geen consensus over wat daar dan onder begrepen moet worden. De instituten hebben een grote verantwoordelijkheid die ze vooralsnog onvoldoende nemen. Losse regeltjes maken het makkelijk om wetenschappelijke integriteit met de voeten te treden”, besluit Dan Li.
Contactpersonen:
- (Engelstalig, onderzoeker) [email protected], 0465 39 22 35
- (Nederlandstalig, promotor) [email protected], 0477 323 543