Vergoelijken van politiek geweld vindt ook zijn weg naar hoger opgeleiden in de EU
Het cliché dat politiek extremisme vooral een voedingsbodem vindt bij mensen met een socio-economische achterstelling, wordt door onderzoek aan de VUB genuanceerd. Doctoraatstudent Gabriël Zohar van het Departement Educatiewetenschappen ging aan de slag met een Europese dataset en kon besluiten dat het cliché in rijkere Europese landen alvast niet blijkt te kloppen: hoe rijker een land en hoe hoger het gemiddelde gezinsinkomen in dat land, hoe minder politiek geweld, vooral bij de hoger opgeleiden, wordt afgekeurd.
Zohar gebruikte data uit de European Values Survey van 2017 (geüpdatet in 2018) en van Eurostat (2018). Ze slaan op 15347 residenten uit twaalf Europese landen en kunnen als representatief beschouwd worden voor de Europese populatie. Die hadden tijdens een survey onder andere de vraag voorgeschoteld gekregen in hoeverre ze al dan niet politiek geweld verantwoord vonden, naast vragen over hun leeftijd, geslacht, hun burgerlijke staat. Ten slotte konden ze op een schaal van 0 tot 10 aangeven of ze zich eerder rechts dan wel links in het politieke spectrum thuisvoelden.
De data werden vervolgens gekruist met Europese gegevens over de socio-economische context in de verschillende landen waaruit de respondenten afkomstig waren, zoals het opleidingsniveau en het gezinsinkomen.
“De conclusies waren verrassend”, aldus Zohar. “In armere landen wordt het gebruik van politiek geweld vooral verdedigd in het kader van de herverdeling van de kansen op meer welstand. Daar zie je dat taxichauffeurs soms een masterdiploma hebben, maar dat ze dat niet kunnen inzetten bij het vinden van een betere job. In rijkere landen ligt de nadruk dan weer op bedreigingen in het privéleven en is daardoor sterker gelinkt aan het inkomen. Verder klopt het dat er in armere landen een verband is tussen lage opleidingsprofielen en het begrip voor het gebruik van politiek geweld. In rijkere landen zien we dat verband veel minder, integendeel: daar zien we dat hoger opgeleiden wel degelijk meer begrip aan de dag leggen voor ideeën over politiek geweld en dat die tolerantie zelfs stijgt met het opleidingsniveau.”
“Zowel economische als opleidingsongelijkheid zijn sterke voorspellende factoren voor het vergoelijken van politiek geweld”, besluit Zohar. “Een eenzijdige focus op enkel economische groei om die ongelijkheid uit de wereld te helpen is even inefficiënt als enkel en alleen te zorgen voor een betere toegankelijkheid van het onderwijs, zeker als dat niet gepaard gaat met betere kansen op de arbeidsmarkt. Je moet voor beide aspecten aandacht hebben. De aandacht voor ieders talenten is minstens even belangrijk als economische welstand of een goed diploma.”
Voor de duidelijkheid: Zohar onderzocht niet de bereidheid om effectief ook politiek geweld te gaan gebruiken, enkel de mate waarin het door sommige lagen van een bevolking goedgekeurd wordt.
De studie van Gabriël Zohar verscheen onder de titel The relationship between level of education andhousehold income in the justification of politicalviolence in the EU. The moderating effect ofpoverty at the country level in het wetenschappelijk tijdschrift Political Research Exchange.
Meer info
Gabriël Zohar
+32 471 19 71 75