Brussel was de dodelijkste stad van het land
VUB onderzoek toont aan dat ondanks de kleinschalige industrialisatie en de heraanleg van de stad de levensverwachting in Brussel in 1910 op slechts 41 jaar lag
Donderdag 24 januari 2019 — Tina Van Rossem toont in haar doctoraatsonderzoek (dubbel doctoraat sociologie en geschiedenis - VUB en UGent) aan dat de grootschalige saneringswerken in Brussel weliswaar tot prestigieuze buurten hadden geleid, maar dat de arbeidersklasse daardoor grotendeels verdreven werd naar overbevolkte woonwijken, waar zij onder gevaarlijke omstandigheden werkten. Het resultaat was een levensverwachting dat in 1910 bij 41 jaar lag. Van Rossem: “Sterfte in Brussel lag beduidend hoger dan in de drie andere grootsteden van het land, Antwerpen, Luik en Gent.”
Het onderzoek van Tina Van Rossem vergelijkt oversterfte met tewerkstelling en woonomstandigheden in Brussel op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Het is een analyse van kwantitatieve gegevens van demografische, statistische en spatiale bronnen in combinatie met tekstanalyses.
De resultaten tonen aan dat de levensverwachting 41 jaar bedroeg in het Brussel van 1910. Dat is 10 jaar lager dan het toenmalige nationale gemiddelde. De verschillen met de overige grote steden in België bedroegen 5 jaar en meer. Mannen en vrouwen van alle leeftijden ervoeren hoge sterfte tijdens de Belle Époque in Brussel, maar het hoogste sterftecijfer werd vastgesteld bij kinderen en volwassen mannen. De voornaamste doodsoorzaken waren enteritis voor zuigelingen, ademhalingsziekten voor kinderen, en longtuberculose voor volwassen mannen.
De analyses van Van Rossem suggereren een sterk verband tussen de oversterfte en de kleinschalige bedrijven en huisnijverheid in Brussel. Thuiswerkers werkten in zeer gevaarlijke omstandigheden; arbeidsreglementering voor huisnijverheid bestond niet. De situatie was hoogstwaarschijnlijk niet veel beter in ambachtelijke ateliers en kleinschalige fabrieken, waar vakbonden zwak of onbestaande waren.
Maar het onderzoek is er voornamelijk in geslaagd om een sterke relatie aan te tonen tussen een lage levensduur en slechte woonomstandigheden. De vele stedelijke transformatieprojecten in Brussel vanaf het midden van de negentiende eeuw hadden de leefruimte voor de arbeidersklasse drastisch ingeperkt, met overbevolking tot gevolg. De slechtste omstandigheden werden vastgesteld in de lager gelegen delen in het zuidwesten van Brussel. Ondanks de vroege installatie van een waterleidingsnetwerk in Brussel, wijzen de hoge niveaus van enteritis bij zuigelingen ook op slechte sanitaire omstandigheden in de stad.
Contact:
Tina Van Rossem
[email protected]
Telefoonnummer: 0478/270262 (bereikbaar vanaf 17 uur)