VUB-onderzoek legt stilzwijgen over structureel racisme bloot
Belgische en Duitse beleidsteksten framen etnisch-raciale ongelijkheden als individuele tekortkomingen
Migranten en minderheden worden nog altijd met ongelijkheden geconfronteerd in Europese samenlevingen, bijvoorbeeld in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. In haar doctoraatsonderzoek onder leiding van Prof. Dr. Ilke Adam bestudeerde Laura Westerveen van het VUB-Institute for European Studies op welke manier de kloof in onderwijs- en arbeidsmarktprestaties tussen mensen met en zonder migratieachtergrond aan bod komt in het Belgische en Duitse beleid.
Westerveen identificeerde hiervoor dominante beleidsframes in 176 officiële beleidsplannen in de periode 2000 tot 2017 op het gebied van onderwijs en tewerkstelling van de verschillende federale en regionale overheden in België en Duitsland. Zij onderzocht hierin wat er genoemd wordt als oorzaak van etnisch-raciale ongelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, en welke oplossingen worden voorgesteld, maar ook naar wie verantwoordelijk wordt geacht om hier iets aan te doen.
Uit het onderzoek blijkt dat voornamelijk individuele tekortkomingen van migranten en minderheden, zoals onvoldoende taalkennis of een gebrek aan de juiste kwalificaties, als de oorzaak van etnisch-raciale ongelijkheid worden gezien. Meer structurele oorzaken van etnisch-raciale ongelijkheid, zoals racisme en discriminatie, worden hierbij zo goed als volledig over het hoofd gezien. Deze framing vertaalt zich ook naar de beleidsoplossingen die worden voorgesteld. Ook hier ligt de aandacht op taallessen en individuele competenties, en nauwelijks op concrete anti-discriminatie maatregelen zoals controles door middel van praktijktesten of positieve acties. Westerveen:“Vermoedelijk speelt de neoliberale tendens in Europa hierin een rol, waarbij vele in kern structurele problemen gereduceerd worden tot individuele problemen, die dan ook nog eens gekoppeld worden aan migratieachtergrond.”
Verschillen in beleid Vlaanderen, Wallonië, Duitsland
Volgens Westerveen zijn er wel enige verschillen op te merken tussen het discours van de verschillende overheden: “Het grootste verschil vindt men binnen de Belgische casus. In het Vlaamse discours wijst men bovenal op taalachterstanden van mensen met een migratieachtergrond. In Franstalig België is daarentegen eerder sprake van een kleurenblind discours dat de nadruk legt op socio-economische ongelijkheid in plaats van etnisch-raciale ongelijkheid. Terwijl de Belgische federale overheid in haar beleidsdiscours ook enige aandacht lijkt te hebben voor arbeidsmarktdiscriminatie als oorzaak van etnisch-raciale ongelijkheid, is dit in het beleidsdiscours van de Duitse federale overheid veel minder het geval.”
Contactpersoon
Laura Westerveen
+32 (0)2 614 80 16