Overbevolkte gevangenissen zijn de donkere spiegel van onze samenleving
Opiniestuk van VUB-onderzoekers CRiS verschenen via demorgen.be op 4 april 2024
Kristel Beyens, An-Sofie Vanhouche, Emilie Gossye, Elieze Termote en Laure Deschuyteneer zijn criminologen van de onderzoeksgroep Crime & Society aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze stellen dat de crisis in het gevangeniswezen enkel de diepere structurele problemen in onze maatschappij aantoont. ‘De gevangenis is de laatste schakel in een breder geheel van systemisch falen.’
De gevangenissen zijn de voorbije weken niet weg te branden uit de media: er wordt gefolterd, er is te weinig personeel, ze zijn overbevolkt, er zijn gewelddadige incidenten... Die problemen zijn verre van nieuw.
Meer dan dertig jaar geleden schreven VUB-onderzoekers al het boek Barstende muren over de Belgische gevangenissen. In hun analyse van de oorzaken en mogelijke beleidspistes voor de overbevolking pleitten ze voor een aanpak die zowel op de beperking van de instroom via alternatieve straffen, de beperking van de duur van het verblijf in de gevangenis, als op de uitstroom uit de gevangenis inwerkt. Niet meer, maar anders en spaarzamer straffen was de boodschap.
Die analyse is nog steeds relevant en wordt intussen breed gedragen. Ook het Europese antifoltercomité, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, de Commissies van Toezicht en de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen, die de waakhonden van de gevangenissen zijn, maar ook middenveldorganisaties zoals de vzw De Huizen blijven op dezelfde nagel kloppen: er is nood aan structurele oplossingen voor de overbevolking, voor de personeelstekorten en voor de mensonterende situaties in de gevangenis.
Waarom zijn die oplossingen zo moeilijk te realiseren? Het ligt voor de hand om met de vinger te wijzen naar Justitie. De magistraten sturen mensen die criminele feiten hebben gepleegd naar de gevangenis en beslissen vervolgens over hun vrijlating. De magistratuur beslist onafhankelijk, en voorstellen zoals quota voor de gevangenissen – vol is vol – vallen op een koude steen.
Vervolgens mag de gevangenisdirectie op zoek naar bijkomende matrassen, het personeel mort en begint te staken en die toxische situatie creëert tikkende tijdbommen, die de laatste tijd helaas steeds meer ontploffen.
NOODOPLOSSING
Zolang niet alle actoren vinden dat de gevangenis echt een ultimum remedium moet zijn voor maatschappelijke problemen en bestraffing voorgesteld wordt door politici als dé oplossing voor het criminaliteitsprobleem, kunnen we nog lang meelopen in een opbod van meer cellen. Dit is een dure, maar jammer genoeg géén duurzame oplossing.
Dat wordt bijvoorbeeld geïllustreerd met de bouw van forensisch psychiatrische centra in 2014 voor geïnterneerde personen met een psychiatrische stoornis. Ook daar is alweer een capaciteitsprobleem ontstaan en vandaag is het aantal geïnterneerde personen in de gevangenis opnieuw hoger dan ooit.
Hoe komt dat? Omdat geïnterneerde en gedetineerde personen hun weg niet vinden naar de reguliere opvang in de samenleving, omdat men hen niet wil en/of kan opnemen vanwege de wachtlijsten, het label te gevaarlijk of te lastig te zijn, het gebrek aan personeel, het gebrek aan capaciteit...
Dus: terug naar af, naar de gevangenis, en deur toe. De gevangenis als vergaarbak van maatschappelijke problemen waarvoor men geen andere oplossing heeft.
Ook de opening van de nieuwe gevangenissen van Haren en Dendermonde heeft geen soelaas gebracht: de volledig uitgeleefde gevangenis van Sint-Gillis is nog steeds open en ook de oude gevangenis van Dendermonde zal binnenkort weer openen.
Capaciteitsuitbreiding is duidelijk een doodlopende straat. De verantwoordelijke beleidsmensen en politici weigeren om dat inzicht te aanvaarden.
In het kader van een ‘geloofwaardig strafbeleid’ wordt er zelfs nog een schepje bovenop gedaan en wordt een nieuwe groep korter gestraften in overbevolkte gevangenissen opgesloten vooraleer er bijkomende capaciteit is gecreëerd. Het paard wordt voor de wagen gespannen. Waar is de logica?
MAATSCHAPPELIJK FALEN
Dat brengt ons bij ons volgende punt: de overbevolking als resultaat van een falend sociaal beleid. Statbel-cijfers vertellen ons dat 18,6 procent van de Belgische bevolking een risico loopt op armoede of sociale uitsluiting. Het aantal dak- en thuislozen neemt toe en bijna de helft van personen in die situatie is jonger dan 25 jaar. Bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg is de wachtlijst voor jongeren gemiddeld vier maanden.
Dat falende sociaal en armoedebeleid heeft een onmiskenbare impact op de instroom én de uitstroom uit de gevangenis.
Die cijfers wijzen op een dieper maatschappelijk falen. Onderzoek leert dat mensen die tussen de mazen van het sociale vangnet glippen vaak in de gevangenis terechtkomen. Om eruit te geraken, moeten ze opnieuw een beroep kunnen doen op het maatschappelijke vangnet, dat er nog steeds te beperkt is omdat het werkt met ellenlange wachtlijsten. En dus blijft men te lang steken binnen de gevangenismuren.
De gevangenis is dus het sluitstuk van een falend sociaal beleid, én is tegelijkertijd de plek bij uitstek waar problemen zoals armoede, ongeletterdheid, drugsverslaving, agressieproblemen, sociale en persoonlijke frustraties, en allerlei andere vormen van (sociale) deprivatie samenkomen.
In de schijnwerpers van het conflict tussen de vakbonden en de minister van Justitie Van Tigchelt (Open Vld) schittert dus een instituut dat niet alleen symbool staat voor straf, maar vooral een veruiterlijking is van diepere structurele problemen in de samenleving die we niet (willen en/of durven) aanpakken. De gevangenis als laatste schakel in een breder geheel van systemisch falen.
En terwijl we als samenleving onverschillig zijn voor de leefomstandigheden in die gevangenissen, vergeten we dat deze samenleving mede verantwoordelijk is voor de escalatie van de problemen in de gevangenis.
Het dominante discours over mensen in detentie is dat het gebrek aan re-integratie in de eerste plaats hun probleem is, want ze doen te weinig inspanningen. Maar al te gemakkelijk wordt vergeten dat de maatschappelijke rehabilitatie de andere kant van de medaille is van een succesvolle re-integratie.
En voor die rehabilitatie is de maatschappij verantwoordelijk. Als dat aspect gebrekkig functioneert en de individuele verantwoordelijkheid enkel bij de gedetineerde personen wordt gelegd, blijven we ronddraaien in de vicieuze cirkel van vandaag.
Zijn er oplossingen voor deze catch 22? In de zoektocht naar mogelijke oplossingen wordt er graag opgekeken naar Scandinavische landen, waar het gevangenissysteem zou resulteren in lagere recidivecijfers.
In die vergelijking zijn we evenwel blind voor de bredere maatschappelijke welvaartsstaat waarin dat gevangenissysteem is ingebed. Men hecht daar belang aan een maatschappelijk vangnet en aan systemen die mensen opvangen voor, tijdens en na detentie. Criminaliteit wordt daar niet enkel gezien als een individuele verantwoordelijkheid, maar tevens als een falen van een maatschappelijk systeem.
Het Yellow Ribbon Project (YRP), gestart in Singapore, is een ander voorbeeld van hoe de samenleving een rol kan (en moet?) spelen in het re-integratieverhaal. In 2004 werd dit project mee getrokken door de toenmalige president van het land, om families van personen in de gevangenis te ondersteunen. Het groeide uit tot een nationale campagne die pleit voor tweede kansen en de nood aan een collectieve inspanning.
Het Yellow Ribbon Project is georganiseerd via een partnerschap tussen de overheid, burgers, middenveldorganisaties en privébedrijven. Die laatste zijn belangrijk voor de tewerkstelling.Zo’n 94 procent van personen die door het YRP zijn doorverwezen vond werk, vaak omdat ze reeds binnen de gevangenismuren werden opgeleid voor jobs in bijvoorbeeld de zorg, voedingsindustrie of precisiemachinebouw.
Zowel binnen als buiten worden de mensen in detentie en hun familie ondersteund. En terwijl de tweejaarlijkse recidivecijfers al redelijk laag waren (44 procent), zijn die de afgelopen twee decennia nog verder gedaald (22 procent). Waar een wil is, is blijkbaar een weg.
HOLISTISCHE AANPAK
In die lijn zien we in België dat vzw De Huizen al jaren ijvert om die holistische visie op de gevangenisstraf te implementeren. Het gaat daarbij niet enkel om het implementeren van een detentiehuis in se maar tevens, en vooral, over de inbedding van dergelijke huizen in een maatschappelijk weefsel dat een holistische samenwerking tussen welzijns- en justitieactoren toelaat.
Om die detentiehuizen in te planten zijn de laatste jaren al aanzienlijke inspanningen geleverd. Helaas zien we ook hoe snel de moeilijkheden en het not in my backyard-syndroom de kop opsteken.
Resultaat: de implementatie van de detentiehuizen wordt tegengehouden door lokale besturen, er is onvoldoende politieke moed om dit door te voeren en burgers steunen het initiatief, zolang het maar niet in hun achtertuin is.
Stellen dat er vandaag niks gebeurt zou een brug te ver zijn, want in de gevangenissen wordt er vandaag in een beperkte mate werk aangeboden, worden opleidingen, culturele en sportactiviteiten aangeboden door de hulp- en dienstverleners van de Gemeenschappen.
Maar uit ons recent onderzoek blijkt dat de toeleiding naar die activiteiten en de brug van binnen naar buiten vaak stroef verloopt. Het werk van die mensen wordt bemoeilijkt door het penitentiaire personeelstekort en als klap op de vuurpijl ligt tijdens de staking alles stil. Stakingen hebben dus ook een serieuze impact op de broodnodige holistische aanpak.
Een repressief beleid floreert in de context van een falend maatschappelijk beleid, angst bij de burger en afschuw voor de gevaarlijke ‘ander’ die men het liefst achter hoge muren wegsteekt.
De strafbehoefte wordt daarenboven aangewakkerd door politici die de indruk wekken dat meer straf en opsluiting de maatschappelijke problemen oplost. Dat is jammer genoeg een zeer kortzichtige en foute visie en daar krijgen we vandaag de rekening van gepresenteerd.
Dit opiniestuk werd ook ondertekend door Marlies Heirstrate, Hanne Willemen en Anna Vansteenkiste, allen VUB.