Niet-Belgische gedetineerden kunnen onvoldoende deelnemen aan gevangenisactiviteiten
Meer aandacht voor deze vergeten groep is nodig
Croux voerde een literatuurstudie uit en interviewde 66 niet-Belgische gedetineerden uit zes gevangenissen over hun ervaringen en noden op vlak van participatie. De interviews zoomden in op zowel positieve als negatieve ervaringen over gevangenisactiviteiten. In het onderzoek werden niet-Belgische gedetineerden geïnterviewd in 12 verschillende talen (vb. Albanees, Arabisch, Engels, Frans, Roemeens, Russisch). Personen met 35 verschillende nationaliteiten kwamen aan bod (vb. Albanezen, Colombianen, Egyptenaren, Marokkanen, Nederlanders, Roemenen).
Wie zijn niet-Belgische gedetineerden?
Data uit de SIDIS Suite database, de nationale databank met gegevens over de gevangenispopulatie, toont aan dat in 2018 55,4% van de gedetineerden een Belgische nationaliteit had en 44,6% een niet-Belgische nationaliteit. 44,2% van de niet-Belgische gedetineerden had een Europese nationaliteit, 42,5% een Afrikaanse natonaliteit en 10,5% een Aziatische nationaliteit. Niet-Belgische gedetineerden verblijven vaker in voorlopige hechtenis (46,7%) dan Belgische gedetineerden (29,1%). Belgische gedetineerden zijn vaker veroordeeld (62,9%) in vergelijking met niet-Belgische gedetineerden (49,6%).
Niet-Belgische gedetineerden zeer gemotiveerd
Niet-Belgische gedetineerden nemen deel aan gevangenisactiviteiten om meer sociaal contact te hebben binnen en buiten de gevangenismuren, om bij te leren of om hun beroepsmogelijkheden na detentie te vergroten. Niet-Belgische gedetineerden vinden gemakkelijker toegang tot de bibliotheek, sportactiviteiten en de wandeling doordat in deze activiteiten taal een minder belangrijke rol speelt. Tot onderwijsopleidingen en beroepsopleidingen, maar ook tot werk in de gevangenis vinden niet-Belgische gedetineerden minder vaak toegang, hoewel zij hieraan wel graag én meer zouden willen deelnemen. Het zijn vooral organisatorische drempels die hen belemmeren, zoals de taalbarrière en een gebrek aan informatie. Eenmaal niet-Belgische gedetineerden deelnemen, waarderen zij het contact met de activiteitenaanbieders en de gemengde groepssamenstelling in gevangenisactiviteiten.
Croux sluit af met enkele aanbevelingen: “Gevangenissen leggen in belangrijke mate op hoe, met wie, wanneer, en aan wat gedetineerden kunnen deelnemen. Beleid en praktijk zouden meer kunnen inzetten op het creëren van een positief participatieklimaat.
Een positief participatieklimaat vertrekt vanuit de sterktes, talenten en verantwoordelijkheden van gedetineerden. Om een positief participatieklimaat te realiseren kunnen niet-Belgische gedetineerden actief betrokken worden bij het activiteitenaanbod of kan meer werk worden gemaakt van peer ondersteuning. Verder zou beleid en praktijk meer rekening kunnen houden met de participatienoden van niet-Belgische gedetineerden door in te zetten op afstandsonderwijs uit het thuisland of activiteiten aan te bieden in andere talen dan het Nederlands. Dergelijke activiteiten komen hun re-integratie ten goede.”
Dit doctoraatsonderzoek maakt deel uit van het vierjarig onderzoeksproject “Foreigners Involvement and Participation in Prison” (FIP2). Dit onderzoeksproject is een samenwerking tussen de onderzoeksgroep ‘Participatie en Leren in Detentie’ van de Vrije Universiteit Brussel (prof. Liesbeth De Donder & prof. Dorien Brosens) en de Universiteit Gent (prof. Stijn Vandevelde), en wordt ondersteund door Avans Hogeschool (Dr. Bart Claes). Het FIP2-project wordt gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).
Link naar publicaties: https://cris.vub.be/en/persons/flore-croux(43878a7c-fa33-459c-b5aa-af5190bd6388)/publications.html
Achtergrondinformatie Dit kwalitatief onderzoek bouwt voort op eerder kwantitatief onderzoek binnen de onderzoeksgroep ‘Participatie en Leren in Detentie’ van de Vrije Universiteit Brussel. Enkele cijfergegevens uit voorgaand kwantitatief onderzoek: Het behoefteonderzoek in de gevangenis van Antwerpen (2013) toont aan dat niet-Belgische gedetineerden voornamelijk deelnemen aan sportactiviteiten en de bibliotheek. 44,3% van de niet-Belgen sport en 36,7% van de Belgen. Belgen en gedetineerden met een niet-Belgische nationaliteit participeren in gelijke mate aan de bibliotheek. Uit het Europees FORINER-project (2016-2017) blijkt dat buitenlandse gedetineerden minder mogelijkheden hebben tot het volgen van formele educatie in de gevangenis dan nationale gedetineerden. Bijvoorbeeld: Bijna 80% van de bevraagde gevangenissen bood basisonderwijs aan de nationale gedetineerdenpopulatie en 47,8% aan buitenlandse gedetineerden. 52,2% van de gevangenissen hadden een aanbod beroepsopleidingen voor nationale gedetineerden tegenover 34,4% voor buitenlandse gedetineerden. Als er onderwijs voorzien wordt voor buitenlandse gedetineerden is dit vooral om de taal van het land van detentie te leren. |
Contact:
Flore Croux
0479 80 49 14
Dorien Brosens (promotor)
0499 23 77 18