Iran zet lot Palestijnen ook in om zelf sympathie te winnen
Opiniestuk VUB-politicoloog Elly Mansoury, verschenen via De Tijd op 27 oktober 2023
Iran steunt niet alleen gewapende groeperingen als Hamas en Hezbollah, het zet het lot van de Palestijnen ook in voor psychologische oorlogsvoering. In het buitenland en tegen zijn eigen opposanten, schrijft VUB-politicoloog Elly Mansoury.
Terwijl Iran politieke, financiële en militaire steun aan Hamas en Hezbollah levert, voeren de VS aanvallen uit op doelwitten van de Iraanse Revolutionaire Garde in Syrië. Telkens opnieuw blijkt Iran een centrale rol te spelen in het conflict tussen de Israëlische regering en Hamas en in de ruimere regio.
Om de invloed van Iran te begrijpen moeten we terug naar hoe de banden met zijn buurlanden zijn ontstaan. Voor een deel van de niet-seculiere moslims daar was Iran na de revolutie van 1979 het toonbeeld van een islamitisch samenlevingsmodel. Vanaf de jaren 80 werd dat in landen als Turkije en Egypte almaar duidelijker, met groeperingen zoals de Moslimbroederschap, die een streven naar een herstel van islamitische waarden koppelden aan verzuchtingen over wanbeleid, economische malaise en corruptie.
In diezelfde periode, in 1982, viel Israël zijn buurland Libanon binnen. Met de steun van Iran richtten de sjiieten in Libanon daarop de militaire groepering Hezbollah - de ‘partij van God’ - op, die erin slaagde de Israëli’s te doen vertrekken. De vriendschap met Syrië, een ander buurland van Israël, ontstond dan weer tijdens de Amerikaanse invasie van Irak in 2003. Syrië was het enige Arabische land dat, net als Iran, Irak niet steunde.
In zijn propaganda noemt Iran de Verenigde Staten steevast ‘Grote Satan’ en Israël ‘Kleine Satan’.
Terwijl de Libanese Hezbollah sjiitisch is, ontstonden in de jaren 90 in Palestina ook soennitische militaire groeperingen zoals Hamas, islamitische Jihad en Fatah. Ook die steunt Iran financieel, militair en politiek. Wat hen ideologisch bindt, is anti-imperialisme.
Het islamitische regime van Iran beschouwt de Verenigde Staten als de grootste imperialistische mogendheid van de wereld. Israël ziet het als een verlengstuk daarvan. Het wil een dominante positie in het Midden-Oosten innemen, waarbij vooral de Amerikaanse belangen primeren en de islam bedreigd wordt. In zijn propaganda noemt Iran de Verenigde Staten steevast ‘Grote Satan’ en Israël ‘Kleine Satan’
En dan is er nog Saoedi-Arabië. Iran heeft altijd geprobeerd een goede verstandhouding tussen dat land en Israël te dwarsbomen door telkens opnieuw naar de Saoedi’s te verwijzen als Israël de rechten van de Palestijnen schendt. Ook nu heeft Saoedi-Arabië zich ondanks een eerdere toenadering gedistantieerd van Israël.
Kortom, Iran is er opnieuw in geslaagd Israël te isoleren in de regio.
Propaganda
De jarenlange onderdrukking van de Palestijnen is daarbij koren op de molen van Iran. Niet alleen in het buitenland, ook in het binnenland, waar het de aanhangers nog sterker aan het islamitische regime bindt. Dat regime brengt het leed van de Palestijnen voortdurend onder de aandacht: via de staatstelevisie, de sociale media, in de openbare ruimte, in voetbalstadions en het onderwijs, om de straatprotesten van het afgelopen jaar, de Vrouw, Leven, Vrijheid-beweging en het geweld van de zedenpolitie tegenover meisjes die de hoofddoek afwijzen te doen vergeten.
Jonge Iraniërs worden opgeroepen zich klaar te stomen en aan te sluiten bij een mogelijke grootschalige directe militaire tussenkomst in de regio. Veel Iraniërs doorprikken die propaganda evenwel, waardoor sommigen stilaan een afkeer van het thema ‘Israël en Palestina’ ontwikkelen. Ze liggen meer wakker van inflatie, werkloosheid, staatsrepressie, politieke gevangenen..
Daarnaast hoopt Iran in het buitenland opnieuw steun voor zijn geostrategische politiek en sympathie voor het islamitische regime te winnen. Ayatollah Ali Khamenei probeert de woede van moslims binnen en buiten het Midden-Oosten te capteren, via toespraken op de staatszenders en standpunten sociale media. Zijn account op X barst van de video’s en berichten tegen Israël en voor het Palestijnse volk. Kort na de Hamas-aanvallen richtte hij zich zelfs tot de Israëlische regering. 'Zionistische tirannen: van jullie nederlaag op de sabbat, 7 oktober, zullen jullie nooit herstellen. Jullie hebben dit onheil over jezelf afgeroepen', schreef hij - in het Hebreeuws.
Ook bij ons hadden bepaalde groepen moslims in de jaren 90 en begin 2000 sympathie voor de houding van Iran. De uitspraken van toenmalig president Mahmoud Ahmadinejad over de VS en Israël juichten ook sommigen hier toe. De dodelijke aanslag op twee Zweedse voetbalsupporters werd evenwel nog niet opgeëist door westerse moslimgroepen.
Tegelijk is er in het Westen een tweede dynamiek, waarbij Iraniërs uit de diaspora Israël steunen. Ze hopen dat Israël door groeperingen als Hamas en Hezbollah te vernietigen het islamitische regime een lesje leert, of zelfs een kopje kleiner maakt. Illustratief is het historische bezoek van de Iraanse kroonprins Reza Pahlavi, die dit voorjaar de Israëlische minister van Staatsveiligheid Gila Gamliel heeft ontmoet in Tel Aviv.
Zoals de Israëlische regering van Benjamin Netanyahu de macht van de ultraconservatieven en de Revolutionaire Garde in Iran helpt te bestendigen, doen sommige Iraniërs uit de diaspora dus precies hetzelfde met het extreemrechtse autoritaire beleid van Netanyahu en co.