Fijnstof blijkt een veelkoppig monster
VUB-onderzoek toont aan dat luchtvervuiling moeilijk te vermijden valt
Nicalo Da Schio: “De belangrijkste plaatsen voor individuele blootstelling aan luchtvervuiling blijken de woning en transportmiddelen te zijn. Maar waar we wonen en welke transportmiddelen we waar naartoe en waarom gebruiken maken onderdeel uit van een groter individueel en collectief verhaal dat niet zomaar kan worden veranderd.”
In 2019 selecteerde Nicola da Schio, onderzoeker aan het VUB-Cosmopolis Centre for Urban Research zeven inwoners van Brussel om hun blootstelling aan PM2,5 te bestuderen. Dat is een vorm van fijnstof waarvan de deeltjes kleiner zijn dan 2,5 micrometer. PM2,5 wordt in verband gebracht met longaandoeningen, hart- en vaatziektes en verslechterde hersenfuncties. Het doel van het onderzoek was het volgen van individuele trajecten om te begrijpen hoe en in welke mate luchtvervuiling ‘binnendringt’ in de routine van mensen – en hoe ze dat kunnen voorkomen.
Burgerwetenschap
Bijzonder aan het onderzoek was de intensieve samenwerking tussen ‘gewone’ burgers en de onderzoeker. De proefpersonen droegen sensoren die verbonden waren met hun telefoon, om de blootstelling aan PM2,5 te meten tijdens hun dagelijkse routine: transport, thuis, werk.... Daarnaast namen ze deel aan interactieve bijeenkomsten over luchtvervuiling. Daar konden ze niet alleen vragen stellen, maar ook hun ambities uiten teneinde tot een echte wetenschappelijke coproductie te komen. In de tweede fase combineerde Da Schio de informatie over de gewoontes en de dagelijkse praktijk van de deelnemers – de zogenoemde ‘profielen’ – met de harde gegevens van hun gemeten blootstelling aan PM2,5. Dit leverde een rigoureus wiskundig model op van de luchtvervuiling.
Gedragsverandering werkt niet altijd
De profielen van de proefpersonen brachten de nuances van blootstelling aan fijnstof aan het licht: “We worden niet overal op dezelfde manier aan luchtvervuiling blootgesteld. Er zitten belangrijke verschillen tussen de locaties waar we ons bevinden, maar ook tussen de tijdstippen waarop we dat doen. De belangrijkste hotspots voor individuele blootstelling bleken de woning - vanwege de hoeveelheid tijd die we daar doorbrengen - en transportmiddelen, omdat onderweg de vervuilingsniveaus het hoogst zijn. Daarbij bleken de verschillen tussen mensen opvallend groot: onder meer de precieze woonplek, reistijden en activiteiten zijn zeer bepalend,” zegt Da Schio.
Da Schio’s onderzoek toont aan hoe complex het voor mensen is hun blootstelling aan luchtvervuiling te beperken. Ook voor mensen die zich bovengemiddeld bewust zijn van het probleem, blijkt luchtvervuiling slechts één van de vele elementen te zijn waarmee ze in hun dagelijks leven rekening houden. Dit toont de zwakheden aan van de huidige initiatieven om de blootstelling aan luchtvervuiling te verminderen door het aanmoedigen van gedragsveranderingen – gaande van routeplanners tot realtime, locatie-specifieke indicatoren. Da Schio: “Luchtvervuiling is een collectief probleem dat om collectieve oplossingen vraagt waarin volksgezondheid, mobiliteit en milieuprioriteiten samenkomen. Vermindering van de uitstoot verdient daarom absolute prioriteit.”
Meer info:
Nicola da Schio
0485 75 62 27
Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van Smarter Labs, een project gefinancierd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Innoviris) en het Urban Europe Joint Programming Initiative van de Europese Unie in het kader van subsidieovereenkomst nr. 854919. Meer informatie over het project: https://www.cosmopolis.be/research/aircastingbxl
Video van een van de deelnemers: https://vimeo.com/322034031
Publicatie: da Schio Nicola (2020). Self-portraits of Personal Exposure to Air Pollution: On Where and When People are Exposed, and on Why it is Difficult to Avoid. Human Ecology 48.4 (August). https://rdcu.be/b6m4L