2024, het jaar van de vrouw?
Opiniestuk van VUB-onderzoeker Robin Devroe verschenen via Knack.be op Internationale Vrouwendag
Op 8 maart vieren we Internationale Vrouwendag, een dag gewijd aan het erkennen van de sociale, economische, culturele en politieke prestaties van vrouwen en het streven naar gendergelijkheid wereldwijd. Sinds de jaren 1990 is de numerieke aanwezigheid van vrouwen in onze Belgische en Vlaamse politiek, mede dankzij een reeks verregaande quotamaatregelen, gradueel toegenomen. Achter deze cijfers schuilt echter een realiteit die verre van rooskleurig is. Een verhoogde numerieke aanwezigheid van vrouwen in politieke functies staat immers niet automatisch gelijk aan gendergelijkheid en creëert niet vanzelfsprekend een level playing field.
Zo zijn vrouwen nog altijd in de minderheid in onze parlementen en is slechts 1 op de 3 gemeenteraadsleden van het vrouwelijk geslacht. Als we kijken naar het aantal vrouwen in uitvoerende posities, zien we dat het aantal vrouwelijke regeringsleden nog steeds achterop hinkt. Slechts een klein percentage van vrouwelijke politici beklimt de ladder naar de top, met vrouwelijke partijvoorzitters, premiers en minister-presidenten als absolute zeldzaamheid. Ook op lokaal niveau blijft het aantal vrouwelijke schepenen en burgemeesters achter bij de bevolkingssamenstelling. Deze patronen benadrukken dat genderongelijkheid diep geworteld is in alle niveaus van de politieke hiërarchie.
Het glazen plafond is dus nog steeds niet volledig doorbroken. Vrouwen die zich op het politieke toneel mengen, worden bovendien vaak gereduceerd tot hun geslacht en krijgen af te rekenen met tal van vooroordelen. Slaan ze eens hard op tafel, dan worden ze al gauw weggezet als harde tantes of hysterische vrouwen. Geven ze blijk van emotie, dan zijn ze te soft, emotioneel labiel en niet geschikt voor de job. Onderzoek toont aan dat vrouwelijke parlementsleden minder plenaire vragen mogen stellen dan mannen en dat ze veelal een plaatsje krijgen in commissies die focussen op zogenaamd zachte thema’s. Ondanks numerieke vooruitgang, blijven vrouwen in de politieke arena duidelijk opboksen tegen barrières die een gelijkwaardige participatie en positie belemmeren.
Stereotypen blijven hardnekkig hangen en vormen een hindernis voor vrouwen die streven naar leiderschapsposities. Het idee van een ‘geschikte’ leider wordt nog steeds beïnvloed door traditionele genderrollen, waardoor vrouwen vaak tegen vooroordelen moeten vechten om serieus genomen te worden als politieke leiders. Bovendien blijkt uit talloze studies dat vrouwen die zich in de politiek wagen, geconfronteerd worden met seksisme (online) geweld en discriminatie. Van denigrerende opmerkingen over hun uiterlijk tot het in twijfel trekken van hun kennis en kunde, seksistische attitudes creëren een vijandige omgeving die vrouwen ontmoedigt om politiek actief te worden of te blijven en hun stem te laten horen op het hoogste niveau.
Het politieke landschap is doordrongen van een mannelijke cultuur en manier van aan politiek doen. Laatavondvergaderingen, intense debatten en hevige conflicten waarbij op de man/vrouw gespeeld wordt, zijn kenmerkend voor deze omgeving. Prominente vrouwelijke politici geven zelf ook aan dat de politieke arena moordend is voor vrouwen en het niet eenvoudig is om hierin overeind te blijven. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de duurtijd van politieke carrières aanzienlijk lager ligt bij vrouwen in vergelijking met hun mannelijke collega’s.
Deze patronen van onderdrukking, seksisme en ongelijkheid zijn bovendien vaak nog meer uitgesproken voor bepaalde subgroepen van vrouwen. Vrouwen van kleur, LGBTI+-vrouwen en lager geschoolde vrouwen, om er maar een paar te noemen, ervaren vaak een gecombineerde vorm van discriminatie en hebben te maken met unieke obstakels op hun pad naar politieke participatie en leiderschap. Het is van cruciaal belang om deze diversiteit mee te nemen in de strijd voor gendergelijkheid in de politiek.
Er is dus nog veel werk aan de winkel. Het is hoog tijd om concrete acties te ondernemen om een inclusievere en gendergelijke politiek te creëren. Dit vereist niet alleen bewustwording en erkenning van de bestaande problemen, maar ook daadkrachtige maatregelen om deze aan te pakken. Het gaat hier dan niet enkel om institutionele veranderingen, zoals het herzien van verkiezingswetten- en procedures, maar ook het opzetten van ondersteuningssystemen en mentorprogramma’s voor vrouwelijke kandidaten en politici, het actief bestrijden van online haat en andere vormen van gendergerelateerd geweld en het herzien van de huidige politieke werkcultuur.
Internationale Vrouwendag herinnert er ons aan dat de strijd voor gendergelijkheid niet beperkt blijft tot één dag per jaar, maar een voortdurende inspanning vereist van ons allemaal. Laten we samenwerken, mannen en vrouwen, politici en burgers, om een politieke omgeving te creëren waarin vrouwen niet alleen aanwezig zijn, maar ook volledig gehoord, gewaardeerd en ondersteund worden. Alleen dan kunnen we spreken van een echte representatieve democratie die alle stemmen omarmt, gelijke kansen biedt en waarin iedereen, m/v/x, zich vertegenwoordigd voelt.
Robin Devroe, postdoctoraal onderzoeker VUB bij onderzoeksgroep DFUTURE, Robin.Devroe@vub.be