Doodsvonnis VUB-docent Djalali steeds dreigender
Geen hoger beroep ingediend
Het hoger beroep van de VUB-docent Ahmadreza Djalali, die in Iran ter dood is veroordeeld, blijkt door zijn advocaat nooit te zijn ingediend. Dit maakte zijn echtgenote in een schrijven bekend. Met het verstrijken van de inlevertermijn lijkt de uitvoering van de doodstraf steeds onvermijdelijker. De VUB roept politici, diplomaten, wetenschappers en andere burgers op sterk stelling te nemen tegen deze gang van zaken. Donderdag 14 december wordt er samen met Amnesty International een protestdemonstratie georganiseerd voor de Iraanse ambassade in Brussel.
De sinds april 2016 in Teheran opgesloten Iraans-Zweedse wetenschapper Ahmadreza Djalali, tevens VUB-prof actief in het domein van de rampengeneeskunde, ging vorige maand in hoger beroep tegen zijn terdoodveroordeling uitgesproken op 21 oktober 2017, na 19 maand gevangenschap.
Hij vroeg zijn advocaat Mr. Daryabeighi dit hoger beroep aan te tekenen binnen de toegelaten drie weken, maar het blijkt echter nooit te zijn toegekomen bij het Iraanse Hooggerechtshof. Dat vernam zijn collega Gerlant van Berlaer van de echtgenote van Djalali op 9 december, lang na het verstrijken van de termijn voor het indienen van dat beroep. Gerlant van Berlaer: "De enige verklaring voor deze dwaling is dat Ahmadreza's zogenaamde advocaat onder één hoedje speelt met rechter Salavati van de Iraanse Revolutionaire Rechtbank, die Dr. Djalali na fysieke en psychologische marteling, zonder eerlijk of openbaar proces tot de doodstraf veroordeelde."
Prof. Djalali wordt door de Iraanse rechtbank beschuldigd van samenwerking met vijandelijke staten en activiteiten tegen de Iraanse nationale veiligheid, doch enig bewijs werd nooit op tafel gelegd. Gerland van Berlaer: "Het is duidelijk dat de enige vergissing die Djalali – internationaal gerespecteerd door de wetenschappelijke wereld – ooit maakte, is dat hij met collega's van verschillende landen samenwerkte om de opvang van slachtoffers van rampen te verbeteren, onder meer in zijn eigen geliefde thuisland."
Sinds Djalali's onaanvaardbare vonnis ijveren de VUB, het UZ Brussel en Amnesty International samen met vele collega's voor het vrijwaren van de rechten van deze arts. Intussen tekenden 268.000 mensen de petities. Ondanks druk op wetenschappelijk en diplomatiek niveau van Belgische, Zweedse en Italiaanse politici, alsook Eurocommissaris Frederica Mogherini, blijft Iran zijn rechten met de voeten treden. Opnieuw roepen zijn collega's alle volksvertegenwoordigers op om Iran te wijzen op de Internationale wetten en standaarden, de eenvoudige rechten van verdediging, en de onaanvaardbaarheid van een terdoodveroordeling van een Iraans-Europees staatsburger, die tot nader order noch een eerlijk proces, noch een eerlijke verdediging kreeg.